Osmotische regulatie
Zout als "geneesmiddel"
Zout (Natriumchloride, NaCl) heeft geen antibacteriële werking omdat de meeste bacteriën veel hogere zout concentraties kunnen verdragen dan zoetwater kogelvissen. Een geleidelijke verhoging van het zoutgehalte zal kogelvissen eerder doden dan de bacteriën.
Desondanks kan er van zout een positief effect uitgaan.
De reden daarvoor is gelegen in de osmotische regulatie (osmoregulatie) van zoetwatervissen. Alle cellen van vissen bevatte 0.6 - 0.9% zout, hetgeen betekend dat de cellen van zoetwatervissen, relatief gezien, meer zout bevatten dan het omringende water (het omgekeerde is het geval bij zee kogelvissen). Omdat het systeem streeft naar een evenwichtige toestand, proberen de zouten het lichaam te verlaten, terwijl het water probeert daarin door te dringen. Het is voor water echter gemakkelijker om in het lichaam door te dringen dan het voor de zouten is om dat zelfde lichaam te verlaten.
Om die reden moeten zoetwatervissen het overtollige water zien kwijt te raken, een proces dat veel energie vergt. In een stressvolle situatie heeft het lichaam echter alle beschikbare energie nodig om mogelijke besmettingen af te weren. Zonder een goed functionerende osmotische regulatie zal een kogelvis sterven, omdat hij dat systeem niet tijdelijk buiten werking kan stellen wanneer hij zijn energie voor andere doeleinden nodig heeft.
Bij het toevoegen van zout aan het aquarium water, worden de verschillen in zout concentraties binnen en buiten het vissenlichaam geringer, waardoor de vis minder energie nodig heeft om zijn osmotische regulatie gaande te houden. De daardoor vrijgekomen energie kan de kogelvis vervolgens gebruiken om de "slechte bacteriën en flagellaten" te bestrijden.
Onder bepaalde voorwaarden kan zout dus een weldadige invloed hebben op de gezondheid van kogelvissen. Het is natuurlijk nadelig om teveel zout toe te voegen en om die reden is het raadzaam om het zout gehalte nooit op te voeren tot boven 0.4%. Een veiligere en effectievere concentratie ligt bij ongeveer 0.2%, hetgeen neerkomt op 200 gram zout per 100 liter water.
Vergeet niet het water gedeeltelijk te verversen voor het toevoegen van het zout. Dus 100 liter ververst water een toevoeging van 200 gram zout.
Bron: Ad Konings
Zout (Natriumchloride, NaCl) heeft geen antibacteriële werking omdat de meeste bacteriën veel hogere zout concentraties kunnen verdragen dan zoetwater kogelvissen. Een geleidelijke verhoging van het zoutgehalte zal kogelvissen eerder doden dan de bacteriën.
Desondanks kan er van zout een positief effect uitgaan.
De reden daarvoor is gelegen in de osmotische regulatie (osmoregulatie) van zoetwatervissen. Alle cellen van vissen bevatte 0.6 - 0.9% zout, hetgeen betekend dat de cellen van zoetwatervissen, relatief gezien, meer zout bevatten dan het omringende water (het omgekeerde is het geval bij zee kogelvissen). Omdat het systeem streeft naar een evenwichtige toestand, proberen de zouten het lichaam te verlaten, terwijl het water probeert daarin door te dringen. Het is voor water echter gemakkelijker om in het lichaam door te dringen dan het voor de zouten is om dat zelfde lichaam te verlaten.
Om die reden moeten zoetwatervissen het overtollige water zien kwijt te raken, een proces dat veel energie vergt. In een stressvolle situatie heeft het lichaam echter alle beschikbare energie nodig om mogelijke besmettingen af te weren. Zonder een goed functionerende osmotische regulatie zal een kogelvis sterven, omdat hij dat systeem niet tijdelijk buiten werking kan stellen wanneer hij zijn energie voor andere doeleinden nodig heeft.
Bij het toevoegen van zout aan het aquarium water, worden de verschillen in zout concentraties binnen en buiten het vissenlichaam geringer, waardoor de vis minder energie nodig heeft om zijn osmotische regulatie gaande te houden. De daardoor vrijgekomen energie kan de kogelvis vervolgens gebruiken om de "slechte bacteriën en flagellaten" te bestrijden.
Onder bepaalde voorwaarden kan zout dus een weldadige invloed hebben op de gezondheid van kogelvissen. Het is natuurlijk nadelig om teveel zout toe te voegen en om die reden is het raadzaam om het zout gehalte nooit op te voeren tot boven 0.4%. Een veiligere en effectievere concentratie ligt bij ongeveer 0.2%, hetgeen neerkomt op 200 gram zout per 100 liter water.
Vergeet niet het water gedeeltelijk te verversen voor het toevoegen van het zout. Dus 100 liter ververst water een toevoeging van 200 gram zout.
Bron: Ad Konings